In de live sessie op Instragram van dinsdag 18 juni ben ik uitgebreid ingegaan op angsten tijdens het daten of angsten die in de relatie ontstaan. Deze angsten zijn onder andere te herleiden naar de manier waarop we gehecht zijn. Eerst meer hierover.
Hechten is een behoefte die in onze genen zit en al in de baarmoeder begint. We hebben dus allemaal de behoefte om ons te hechten aan dierbaren in onze omgeving. Hechten staat voor een gevoel van veiligheid, en dus is het niet gek dat een kindje in paniek raakt als het z’n ouders kwijt is. Wanneer we met anderen verbinden vergroten ook onze overlevingskansen. Het is dus essentieel om je te hechten. Gelukkig doen we dat ook, iedereen is in meer of mindere mate gehecht. Maar hoe we hechten, verschilt. Al in onze vroege jeugd, baby- en peutertijd, wordt bepaald hoe we hechten. Dit hangt af van de (emotionele) beschikbaarheid van de ouders of er adequaat op onze behoeften werd gereageerd, de mate van sensitiviteit van ouders/verzorgers en de mate van overleven en veilig voelen.
We onderscheiden de volgende stijlen:
- Veilig gehecht
- Angstig gehecht
- Vermijdend gehecht
- Angstig / vermijdend gehecht
Er zijn meer vormen van hechten. Wanneer we kijken naar de DSM-5 vinden we hechting stijlen die we diagnostiseren als een hechtingsstoornis. De bovengenoemde hechtingsstijlen geven in de basis geen stoornis aan. Met andere woorden: je bent wellicht niet helemaal veilig gehecht, maar je bent wel in staat om je te hechten. Het belangrijkste is dat je weer vertrouwen opbouwt en dat je jouw ervaringen uit het verleden en de bijbehorende gevoelens kent en voelt. Dan is het zeker mogelijk te groeien en ontwikkelen in de manier waarop je hecht. Wanneer er een hechtingsstoornis wordt vastgesteld is het soms lastiger het vertrouwen en het vermogen tot veilig hechten te herstellen in volwassen relaties, langdurige therapie zal hier voor nodig zijn. In deze blog blijf ik bij de 4 hechtingsstijlen en heb ik het niet over een hechtingsstoornis.
Angstige hechter
Het kan zijn dat je je eerste instantie niet zo herkent in de angst of in het vermijdende en dat je vrij open en ontspannen de datingfase door komt, maar dat je merkt dat er later in het proces angsten opkomen. Dit is duidelijk een teken dat je gehecht raken aan een persoon even duurt en zolang je je niet gehecht voelt, je de angst ook niet ervaart. Pas wanneer je merkt dat je minder zelfstandig opereert – de ander heeft invloed op je! – of meer afhankelijk wordt dan treedt de angst op.
Sommigen ervaren deze angst direct aan het begin. Hieruit kan je opmaken dat er sprake is van ‘snel gehecht raken’ aan de ander. Er is pas één of er zijn enkele dates geweest en je merkt dat je in het prille contact al angstig wordt. Je hecht je snel aan de ander, terwijl je nog eigenlijk geen idee hebt wat je nou echt van de ander vindt. Het snelle hechten heeft te maken met dat je ervaring hebt met inconsequente behoefte bevrediging in je jeugd. Daarmee bedoel ik; de ene keer was er iemand voor je (met aandacht en liefde), de andere keer niet. Of je ouders/verzorgers waren er wel voor je, maar niet als het op emoties aan kwam.
Nu je iemand hebt ontmoet probeer je diegene ‘vast te houden’ door je snel aan die persoon te hechten. Het zou zomaar kunnen dat je de ander ‘zo weer kwijt bent’ is één van je kernovertuigingen.
Wanneer je angstig gehecht bent ben je met name bang de ander te verliezen. Je bent bereid jezelf te verlaten om de ander vast te houden. Jezelf verliezen is minder erg dan de ander verliezen. Je verdoezelt je eigen behoeften en gevoeligheid, omdat je gelooft dat dit een reden zou kunnen zijn waarom een ander je verlaat.
Wil je jouw angst in relaties overwinnen en zelfverzekerder zijn, zodat jij je meer vertrouwen voelt in relaties? Bekijk dan hier mijn OVERWIN JE ANGST IN RELATIES RETRAITE dit najaar in Portugal.
Vermijdende hechting
We zien deze hechtingsstijl vaker voorkomen bij het mannelijke geslacht, omdat ze in de opvoeding mogelijk ook, meer dan het vrouwelijke, benaderd zijn op een afstandelijke en starre manier. Deze benadering, waarbij ouders weinig tot niet reageerden op jouw behoeften als kind, ontwikkelt zich tot een vermijdende hechtingsstijl.
Het kan dan zijn dat je aan het begin wat meer spanning ervaart, omdat elke vorm van dichtbij komen spanning oplevert. Tegelijkertijd kan het ook zijn dat je juist makkelijk relaties aangaat, omdat je nooit iemand echt dichtbij laat komen. Relaties kunnen dan ‘easy’ voelen, maar je vermijdt de daadwerkelijk verbinding. Na de verliefde periode wordt er geen verdiepingsslag gemaakt en intimiteit neemt af. De vermijdende hechter vaart goed op verliefd zijn, maar is niet goed in het onderhouden van lange relaties.
Wanneer je meer vermijdend hecht ben je bang jezelf te verliezen in een relatie. Je hebt je leven vrij autonoom (zelfstandig) ingericht en de ander kan snel voelen als stoorzender. Je vindt de behoeften van een ander spannend – aan de oppervlakte voelt dit vaak als irritant – en je denkt dat er geen ruimte is voor jou als de ander (zoveel) behoeften heeft. De vermijdende hechter heeft mogelijk te maken gehad met een zwaar behoeftige ouder en is in z’n eigen behoeften niet tot nauwelijks voorzien.
Angstige/vermijdende hechter – gedesorganiseerd
Je reageert wisselend op contact en intimiteit. Je wil wel graag emotioneel verbinden met de ander, maar puntje bij paaltje durf je niet. Het kan zijn dat je wel relaties aan gaat, maar wanneer de ander wil verdiepen durf je niet. Je herkent je in het aantrekken en afhouden. In de basis kan er een enorme angst zijn ontwikkeld richting de gehechtheidspersoon, meestal vanwege een bedreigende of angstige vorm van verzorgen/opvoeden. Deze angst dient zich aan als je erover nadenkt dat je naar de hechtingspersoon eerlijk bent over je gevoelens en over je ideeën over bepaalde, vaak emotionele, zaken. Deze hechtingsstijl is de oorzaak van de echte bindingsangst. Het kan zijn dat mensen met deze hechtingsstijl uiteindelijk ervoor kiezen alleen te blijven. Het is goed om te benoemen dat deze hechtingsstijl veel minder voorkomt dan de hierboven genoemde stijlen. En dat de meesten van ons vooral een dans tussen bovengenoemde stijlen ervaren.
Twijfel in relatie
De twijfel kan in beide hechtingsstijlen optreden en gaat vaak over het volgende:
Vermijdend
We zijn bang dat de ander en z’n behoeften zoveel zijn dat jij wordt weg geduwd. Iets wat je hebt meegemaakt in jouw jeugd; de behoeften van ouders/verzorgers waren zo groot dat er aan jouw behoeften op geen enkele manier werd voldaan. Je schiet in de stress van de behoeften van anderen om je heen en je wil weg. Je twijfelt aan een partner die behoeftig is, omdat je je afvraagt of jij wel kan voldoen aan de eisen die je partner lijkt te stellen. Je voelt vaak dat je het niet goed genoeg doet.
Het is, als vermijdende hechter, vaak lastig om goed te luisteren naar de behoeften en gevoelens van een ander, omdat je gewend bent om je ook volledig verantwoordelijk te maken voor deze behoeften en gevoelens. Dit is hoe je je mogelijk in het verleden staande hebt gehouden in een gezin waar de zorgdragers moeite hadden met het nemen van verantwoordelijkheid voor hun eigen (emotionele) zorg. En dus geven de behoeften van de ander je veel druk. Je overtuiging is dat jij het moet oplossen. Verder schuilt er vaak een angst; of je partner dan wel aan jouw behoeften kan voldoen, namelijk zo min mogelijk behoeftig zijn, zodat er ruimte blijft voor jou. Je bent ‘op zoek’ naar een zelfstandige partner, die weinig vraagt en nodig lijkt te hebben. Hiermee blijf je zoeken naar een moeder die haar behoeften onder controle had en er volledig voor jou kan zijn.
De denkfout is dat jij verantwoordelijk bent voor de behoeften, wensen en gevoelens van je partner en dat je om die reden een partner wil die weinig behoeftig is en weinig nodig heeft (zelfstandig is), want hiermee blijf je op zoek naar een moederfiguur en niet naar een volwaardige partner. Wat je wil is dat er ruimte is voor jouw behoeften in de relatie met de ander. En dat de ander in de basis z’n eigen verantwoordelijkheid neemt voor z’n gevoelens en behoeften (let op: als partner ben je wel verantwoordelijk voor het partnerdeel, bespreek dit goed hoe jullie dit samen zien!). De groei zit ‘m in het doorvoelen van de oude pijnen (boosheid, verdriet, frustratie, machteloosheid), zodat je vanuit je volwassenheid een partner kan aantrekken, die ook z’n wensen en behoeften heeft. Je kan samen leren deze uit te spreken en bewegen naar elkaar toe, zodat je in het grijze midden kan uitkomen. Wat je mag leren wanneer je meer op deze manier hecht is dat wanneer jij ruimte maakt voor de ander, je soms inderdaad iets inlevert van jezelf, maar dat je hiervoor terug krijgt dat jullie in verbinding zijn. En dat jij niet volledig oplost of versmelt met de ander wanneer je deze beweging naar de ander toe maakt.
Ruimte maken voor de ander, maakt dat de ander kan leunen én zorgt voor intimiteit en verbinding. Het klopt ook dat je hiermee mogelijk een stukje inlevert van jouw behoeften en wensen op dat moment en tegelijkertijd ontvang je ook iets. Het fijne is dat jouw partner dit op z’n beurt ook weer voor jou kan doen: ruimte maken voor jou en z’n eigen behoeften en wensen minder belangrijk maakt om jou te voorzien. Dit is hetgeen wat je als vermijdende hechter niet (echt) kent. Je bent zelf weinig in jouw behoeften voorzien door ouders/verzorgers, dat je het niet kent dat ’t een ander lukt om ruimte te maken voor jou. Om die reden durf jij het ook niet voor een ander, want je gelooft niet dat dit ook terug komt. Je bent gewend helemaal zelf zorg te dragen voor jouw behoeften en je bent weinig bekend met het geven en ontvangen principe.
Wat door dit mechanisme kan ontstaan is dat je juist veel onafgestemd opereert en hiermee onbewust (veel) ruimte inneemt binnen de relatie. Je werkt op je eigen eiland en je draait eigenlijk vooral een relatie met jezelf. Je zoekt moeilijk het contact op en je voelt vaak onbereikbaar voor de ander. Je denkt misschien de ander niet tot last te zijn met jouw eigen opererende eiland, maar voor ieder die met jou een relatie wil opbouwen is het moeilijk tot een samen te komen. De ander moet hard werken om je te bereiken en je vraagt onbewust veel rekening te houden met jouw eigen draaiende eilandje.
Angstig
We zijn bang dat we zelf te behoeftig zijn en daarmee proberen we onze behoeften te onderdrukken. Je raadt het al; je lijkt op het eerste gezicht een zelfstandige, niet behoeftige partner en dus ben je interessant voor de vermijdende hechter. Die denkt: ik hoef niet bang te zijn dat ik word overspoeld door de behoefte van de ander. Maar op de onder lagen gebeurt iets heel anders. De angstige hechter is bang om z’n behoeften uit te spreken en verdoezeld deze, maar is natuurlijk wel hartstikke behoeftig. Aangezien de angstige hechter vaak niet heel constructief uitkomt voor z’n behoeften, maar deze toch onbewust bij de andere partner neerlegt, zal de vermijdende partner zich op den duur verder terug trekken. Die voelt immers: deze behoeften kan ik niet dragen. Dit wil ik niet. Dit wordt mij te veel. De angstige hechter twijfelt daardoor of de partner wel kan voorzien in de behoefte van liefde, intimiteit en genegenheid.
De denkfout van de angstige hechter zit ‘m dat behoeftigheid en emotionele gevoelens een probleem zijn en dat je een ander nodig hebt om je waardevol en goed te voelen! We hebben ervaring met dat ouders er wel geregeld voor ons waren, maar als we behoeftig of emotioneel waren dan kwamen we van een koude kermis thuis. We voelen dus angst om juist die delen van onszelf te laten zien. We verdoezelen deze delen van onszelf, we onderdrukken dit, maar halen rare capriolen – overleven! – uit om wel aan bevrediging en bevestiging te komen. Vaak op een manier die juist heel veel eisend is. Daarmee zijn we juist behoeftig en nemen we weinig eigen verantwoordelijkheid voor wat we voelen. Het is dus ook niet heel gek dat een ander hier van weg beweegt. Het is soms ook echt teveel. Daarmee bedoel ik: als angstige hechter leg je soms teveel van jouw geluk in de handen van de ander. De ander kan dat ook niet dragen en het is dan ook niet gek dat de ander hiervan weg wil (een andere manier om hier op te reageren dan ook daadwerkelijk weggaan is natuurlijk door dit terug te geven aan de angstige hechter en hier samen een weg mee vinden!).
De groei zit ‘m in dat je juist meer open en kwetsbaar mag zijn over je gevoelens en waar je behoeften aan hebt. Dat klinkt tegenstrijdig, want we denken dat juist deze gevoelens de reden zijn dat de ander weg deinst, maar het is zit ‘m juist in wie je verantwoordelijk maakt voor deze gevoelens! Door hier duidelijk over te communiceren neem jij juist verantwoordelijkheid en je zal merken dat je hiermee ook een volwassenheid vraagt van je (dating) partner. Het zal tevens lichter voelen voor iemand wanneer je in die helderheid communiceert, dan wanneer je je eigen behoeftigheid probeert te onderdrukken en rare capriolen – in een overlevingsmechanisme terecht komt – uithaalt om toch bevestiging te krijgen.
Wat belangrijk is om in te zien is dat je eerste instantie ook echt denkt dat je de ander nodig hebt om gelukkig te zijn en bevredigd te worden in jouw behoeften. Zonder de ander voel je je leeg en minder van waarde en vaak onzeker. Wanneer je dus – onbewust – vraagt de ander dit op te vullen, vraag je soms teveel. Je vraagt de ander iets wat ie vaak niet kan dragen! Als angstige hechter mag je juist wat meer focussen op jezelf.
Je mag een eigen eilandje creëren waarmee jouw basisbehoeften reguleert. Natuurlijk hebben we de ander nodig voor verbinding en intimiteit, maar er is ook een cirkel in de grote cirkel die gaat over verbinding en intimiteit met jezelf! De angstige hechter mag veel beter en veel meer zorg dragen voor z’n eigen innerlijke behoeften, wensen, normen en waarden. Je mag grenzen stellen in (ook vriendschappelijke, werk- en familiaire) relaties en alleen investeren in de mensen die ook in jou investeren! Dat laatste is essentieel. Vaak, uit angst afgewezen te worden, stellen we weinig eisen aan de ander en gaan we akkoord met gedragingen en uitingen die eigenlijk onze grenzen over gaan. Voor de angstige hechter is het essentieel stevig te gaan staan met betrekking tot je grenzen in hoe de ander met je omgaat.
Dynamiek
De dynamiek tussen de vermijdende hechter en de angstige hechter noemen we ook wel de dans tussen verlatingsangst en bindingsangst. De vaak angstige partner met verlatingsangst is bereid veel te geven aan de ander, omdat het voor deze partner essentieel is een ander aan zich te koppelen. Je voelt je immers zonder partner leeg en minderwaardig. Het vele geven van deze partner aan de ander ziet er van de buitenkant liefdevol uit, maar hier wordt op onderliggende lagen een tegenprestatie voor verwacht: een ongekende liefde, die je in je (vroege) jeugd hebt gemist. Deze vorm van geven is in feite manipulatief en de geheime agenda is dat je de ander wil controleren. Je claimt in feite de ander.
De groei zit ‘m in dat je mag zien dat er een oude wond opspeelt en dat je nu vraagt de ander hiervoor zorg te dragen. Je verlangt naar een liefde, die echt grotendeels in jezelf zit. Natuurlijk mag je ook liefde vragen aan je omgeving, maar de oude wond vraagt om heling en dat proces mag je zelf aan gaan. Ga bijvoorbeeld op zoek naar een fijne coach, therapeut of psycholoog en ontdek samen waar de kern van je wond overgaat. In de dynamiek met een behandelaar/hulpverlener kan je een ‘samen’ ervaren die al heel helend kan zijn voor je wond. Let op: dit betekent niet dat je geheeld moet zijn voordat je een relatie kan beginnen, absoluut niet. Het is echter wel prettig om je wond inzichtelijk te hebben en taal en woorden te hebben voor jouw pijnen. Dan kan je in de relatie met de ander opmerken wanneer je je geraakt voelt in je oude pijnen en aangeven wat je nu nodig hebt. Denk aan: een knuffel, aanwezigheid, steun of support.
Degene met bindingsangst is in de basis juist bang om geclaimd te worden en zal het manipulatieve en geclaimde van de verlatingsangstige partner als heel lastig ervaren. In de vroege dynamiek met je ouders/verzorgers heb je je schuldig moeten voelen over je behoefte aan autonomie en het onderscheiden van jezelf. Wat ervoor zorgt dat je bang bent geworden om je te verbinden, uit angst geclaimd te worden. Je hebt nu juist veel ruimte voor jezelf nodig, je wil je graag onderscheiden van de ander (wat ook een gezonde behoefte is!), maar je hebt ook geleerd je schuldig te voelen wanneer je deze behoefte hebt.
De groei zit ‘m in dat je mag zien dat een behoefte aan autonomie gezond is en dat het normaal en logisch is dat je je ook wil onderscheiden van de ander. Je hebt geleerd je daar schuldig over te voelen en denkt daarom nog steeds dat je wellicht moet voldoen aan wat de angstige hechter aan je vraagt, vaak onbewust. Je mag gaan staan voor jouw deel en voor jouw eigen wensen en behoeften en je mag ruimte nemen voor jouw cirkel binnen het grotere geheel van een relatie, ook als dat de ander bang maakt. Het verschil zit ‘m in dat je de ander kan geruststellen dat je niet weg gaat, maar dat je gewoon ruimte nodig hebt, iets waar de ander mee mag leren omgaan.
De reden dat deze dynamieken elkaar opzoeken is dat we, als vermijdende hechter, vaak gecharmeerd zijn van een partner die niet veel nodig heeft en zorg draagt voor z’n eigen behoeften. Uiteindelijk blijkt dat deze partner z’n behoeften mogelijk onderdrukt en verdoezeld en je merkt steeds vaker de soms wat (onbewuste) manipulatieve agenda van de ander. Je krijgt dan precies bevestigd waar je zo bang voor bent: “zie je nou wel, de ander claimt mij. Een relatie vraagt teveel.” In feite is dat niet zo. Jij kan je partner nu rustig uitleggen dat wat jou gevraagd wordt voor jou wat veel voelt en dat je ook ruimte nodig hebt voor jezelf. Let wel: jouw groei zit ‘m juist in de ander toelaten en de ruimte die jij nodig hebt te nemen ín contact met de ander. Dit betekent dat je die ruimte meer mag gaan voelen in de aanwezig van de ander. Het klopt vaak dat de angstige hechter zich, zonder jou als partner, niet waardevol en goed voelt en hierdoor constante nabijheid wil. Echter wanneer je hier voortdurend op reageert door juist weg te gaan, bevestig je de angst. Blijf in contact. Blijf samen. En probeer in het samenzijn je ruimte te pakken. Hierdoor zal de angstige hechter op den duur ook minder angstig worden.
De angstige hechter krijgt in de dynamiek met de wat meer vermijdende hechter juist bevestigd dat het teveel vraagt, teveel behoeften heeft, teveel wensen heeft en teveel wil. “Ik ben teveel, ik ben tot last, niemand wil mij’. De groei voor de angstige hechter zit ‘m in de realisatie dat de ander jouw minderwaardigheidscomplex niet kan goedmaken. Jouw behoeften aan liefde en nabijheid (symbiose) zijn gezond, echter kan het voor een huidige partner (te) veel zijn. Dat bepalen jullie samen. Het zit ‘m vaak niet in het daadwerkelijke contact, maar de mate waarop je leunt op de ander om je goed en stevig te voelen in deze wereld. Dat kan de ander niet voor jou oplossen en hierin mag je veel meer voor jezelf kiezen en voor jezelf gaan staan, niet alleen binnen de relatie, maar ook juist op alle andere thema’s in je leven. Binnen de relatie mag je de ander zeker wijzen op wat jij niet fijn vindt en hoe jij het graag zou willen. Wellicht heeft je partner meer ruimte voor zichzelf nodig en wil je dit ook faciliteren, maar voelt de manier waarop niet fijn. ‘Ruimte voor jezelf’ betekent zeker niet dat je fysiek uit elkaar hoeft te gaan. Dit kan prima binnenshuis, iets wat de vermijdende hechter wat meer mag leren. Spreek dus ook hierin duidelijk je wensen uit!
We trekken elkaar dus aan om bevestiging te krijgen voor onze eigen overtuigingen, waardoor we onze manieren van overleven kunnen blijven hanteren. Onze overlevingsidentiteit kan blijven bestaan. “Zie je nou wel, ik moet sterk zijn’ of ‘zie je nou wel, ik kan geen relatie hebben”. Beide overtuigingen zijn niet op waarheid gebaseerd en door deze dynamiek te doorzien en door hier samen over te praten kan je samen langzaam uit die overlevingsmodus groeien.
Wil je helen van je hechtingswond en je angst in relaties overwinnen? Bekijk dan hier mijn OVERWIN JE ANGST IN RELATIE retraite komend najaar. Ik begeleid een klein intiem groepje mensen weer een stap te zetten in het helen van de hechtingswond en het bouwen aan vertrouwen in relaties.